Ottevanger Milling Engineers ontwerpt en produceert apparatuur en complete installaties voor de graan verwerkende en mengvoederindustrie. Van Nederland en Ierland tot Saoedi-Arabië en Rusland. Met support van VIRO.
Manager Projecten Eelco Lejour van Ottevanger heeft vanuit een gezamenlijk verleden nog wel eens contact met één van de Sales Consultants van VIRO: “We zochten uitbreiding van onze flexibele schil”, vertelt hij. De engineers moeten wel met Creo Elements/Direct Modelling kunnen werken. “Zulke engineers zijn schaars.” Nadat de vraag is uitgezet, introduceert VIRO een engineer die voldoet aan de vereiste kwalificaties.
Way of work
Manager engineering Kilian Bijenhof van Ottevanger: “VIRO is een goede naam, maar samenwerking staat of valt altijd met de mensen. Het blijft gaan om de mannen en vrouwen die aan de knoppen zitten. Zij moeten ook bij ons passen.” De nieuw aangenomen engineer van VIRO is het eerste aanspreekpunt voor Ottevanger naar VIRO en andersom. Hij heeft een brugfunctie; ook naar de toekomst. Als eerste actie maakt hij een file aan waarin hij alles opneemt wat hij leert over Ottevanger, inclusief links naar hun documenten met informatie. VIRO-engineers kunnen hierdoor sneller opstarten bij Ottevanger. De twee volgende VIRO-collega’s starten al na anderhalve week met een project.
Flexineering
Kilian Bijenhof: “Dat is een goede aanvliegroute. Door de kennisborging is de knowhow ook beschikbaar voor nieuwe VIRO-mensen die op Ottevanger gaan werken. Want dat is wel vaak mijn angst. Op het moment dat het hier wat rustiger is gaat zo’n engineer weg. Als je weer iemand nodig hebt komt er een andere engineer. Je moet dan weer opbouwen met zo iemand.” Eelco Lejour: ”We zien dat VIRO een organisatie is die snel kan schakelen en de gaten in onze planning kan aanvullen.”
Modulair arsenaal
Die planning zit knap vol. Zoals bij veel industrieën op dit moment. Maar: bij Ottevanger kun je niet zomaar even taken overnemen. Je begint klein. Met detailengineering. Eelco Lejour: “Ottevanger is een echte projectorganisatie. We hebben heel veel eigen maakmachines: procesmachines, transportmachines, en aanverwante zaken. In zo’n machine hebben we bovendien verschillende types. Op engineering hebben we dus een enorm arsenaal aan machines te onderhouden. Dan moet je het wel modulair opbouwen. We hebben een soort overcomplete standaards gemaakt van machines en types. Gebruik je die in je projecten, dan moet je eigenlijk de overcomplete samenstelling, 150 procent, terugbrengen naar 100 procent. En dan moet je die machine nog toepassen. Hoe past-ie in de fabriek. Waar ga ik hem neerzetten, ophangen, waar komt de ondersteuning, hoe sluit ik ‘m aan op de volgende machine.”
Wisselwerking
De crux is duidelijk. Werken voor Ottevanger vraagt bij de engineer om gestage opbouw. Van kennis. Stap voor stap. Module voor module. Machine voor machine. “We zien een oplopende moeilijkheidsgraad in de projecten”, vertellen de engineers van VIRO: “Het eerste was relatief eenvoudig, bij het tweede waren er al behoorlijk wat klantspecifieke wensen, en de derde gaat nu weer wat verder. We krijgen veel zelfstandigheid en hebben vooral contact met de projectleiders en de ingenieurs die het project doen. Dat voelt goed. Je krijgt vertrouwen.” Eelco besluit: “De jongens van VIRO hebben ook hun eigen ideeën over sommige zaken. Die delen ze met ons, daar zit een wisselwerking in. We hebben ook regelmatig contact met VIRO op managementniveau. Natuurlijk hebben ze daar ook baat bij vanuit commercieel oogpunt. Maar ik vind het ook heel netjes en je merkt dat de betrokkenheid oprecht is. Wat ons betreft is dit een prima modus.”
