‘Varne Buiten: wonen tussen het groene en glooiende landschap.’ Met deze wervende campagne werd in Heiloo een complex van 30 luxe appartementen in de etalage gezet. VIRO was betrokken bij de adaptieve constructieberekeningen.
Doorgaans zijn de constructeurs van VIRO vanaf de eerste ontwerpfase betrokken bij de bouw van een project. In dit geval was dat anders. De bouw was al in een vergevorderd stadium toen we werden benaderd door bouw- en ontwikkelingsbedrijf Lokhorst. “De balkons waren verder doorgebogen dan de bedoeling was. Hierdoor was de afwatering van de balkonplaten niet meer gegarandeerd. Via een gezamenlijke connectie had Lokhorst gehoord over mijn ervaring met prefab betonberekeningen. Vandaar de vraag aan mij om nog eens goed naar de constructie te kijken.” Aan het woord is Michèl Hermans, projectingenieur Constructie & Bouwkunde bij VIRO in Echt.
Zekerheid boven alles
Er moest zowel een verklaring als een oplossing voor de onverwachte afwijking worden gevonden. In Alkmaar was kort daarvoor het dak van het AZ-voetbalstadion gewaaid. Tegen deze achtergrond wilde de gemeente begrijpelijk elk risico op een constructiefout uitsluiten. “Uit onze eerste berekeningen kwam de oorzaak van de vervorming van de balkonplaten niet expliciet naar voren.” Een constructiefout kon gelukkig worden uitgesloten. Naast de gewichts- en stabiliteitsberekeningen door de hoofdconstructeur maken ook de leveranciers van de vloeren, het prefab beton en de balkonplaten berekeningen voor hun bouwonderdelen. Naderhand bleek dat de uitgangpunten hiervoor niet altijd identiek waren geweest.
Krachten herverdelen
“Daarop kregen we de vraag om zo snel mogelijk een eenduidige berekening te leveren van alle vloeren: begane grond, eerste en tweede verdieping en de dakvloer. De gemeente wilde hier één integraal document van. De complexiteit zat ‘m er vooral in dat het gebouw al af was. We moesten rekenen op basis van de wapening die al was ingestort. Vloeren zijn op een bepaalde manier geschematiseerd. Vanuit de gemeente was er de wens om alle vloeren te berekenen in een 3D omgeving. Je krijgt dan altijd iets andere resultaten dan in de oorspronkelijke 2-D berekening. Op basis van onze 3D berekeningen volgde een ander zogeheten mechanicaschema. Dit hebben we op de bestaande situatie en het daadwerkelijke materiaalgedrag gelegd. Daarmee zijn we aan de slag gegaan. Stel bijvoorbeeld, heel eenvoudig uitgelegd: als de vloer op de ene locatie te weinig capaciteit heeft, en op de andere plek een overcapaciteit, dan mag je volgens de norm de krachten herverdelen. Zo kan de constructie toch alle belastingen opnemen. Op deze manier konden we aantonen dat de constructie voldoet aan de veiligheidseisen van de wet- en regelgeving. Daar ging het de gemeente en onze opdrachtgever bovenal om.”
